Mensen met een arbeidsbeperking participeren aanzienlijk minder in werk dan de rest van de beroepsbevolking. Nergens in Europa is het verschil in participatie zo groot als in Nederland. Deze mensen ondervinden vanwege hun beperking belemmeringen in het vinden én behouden van werk. Deze belemmeringen kunnen worden opgeheven door de inzet van adequate hulpmiddelen en voorzieningen. Technologie kan een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling hiervan. Technologie, zoals robotisering, is vaak in het nieuws vanwege de angst dat het werk van mensen overbodig maakt (exclusie), maar technologie kan dus juist ook bijdragen aan een inclusieve arbeidsmarkt.

Er zijn al veelbelovende technologische toepassingen, maar die worden nog maar mondjesmaat ingezet voor de ondersteuning van mensen met een beperking. Dat is een van de conclusies die naar voren komt uit onderzoek naar de vraag welke kansen technologie concreet biedt voor mensen met een arbeidsbeperking. Een andere belangrijke conclusie is dat technologie veel kansen biedt voor mensen met een beperking. Daar valt dus winst te boeken. Winst voor mensen die met behulp van technologie wél kunnen werken, inkomen kunnen verdienen, kunnen participeren en zichzelf verder kunnen ontplooien. Winst voor bedrijven en instellingen die op zoek zijn naar arbeidskrachten. En winst voor de sociale zekerheid en de zorg, omdat daar veel minder beroep op zal worden gedaan.

Om deze winst te kunnen helpen boeken, hebben we recent, op initiatief van het UWV, een landelijke coalitie in het leven geroepen. Deze coalitie van bedrijven, intermediairs, beleidsmakers, eindgebruikers en wetenschap stimuleert, coördineert en ondersteunt de ontwikkeling en toepassing van technologie voor een inclusieve arbeidsmarkt. Het is tijd om in actie te komen. Wij zien een aantal zaken die cruciaal zijn om technologie te laten bijdragen aan het ‘empoweren’ van mensen met een beperking.

In de eerste plaats is het nodig om de domeinen technologie en werk ook langs bovenstaande lijn met elkaar te verbinden. Dat betekent dat partijen in het domein van werk samen met de eindgebruikers, eerder in gesprek moeten met de ontwikkelaars van technologie en met onderzoekers. Technologie is in de ontwikkelingsfase doorgaans ambivalent, je kunt er alle kanten mee op. Door in te zetten op ‘inclusion by design’, op ‘enabling technology’, kan technologie ook van meet af aan worden gericht op het wegnemen van drempels voor arbeidsparticipatie. De coalitie faciliteert en organiseert in het komende jaar het gesprek hierover.

Ten tweede zouden financiers van technologie zich meer kunnen openstellen voor toepassingen in dienst van een inclusieve arbeidsmarkt. Technologie volgt geld, zeker in de toepassing, maar de groep mensen met beperking ontbeert het juist aan middelen. In de maatschappelijke discussie over technologische ontwikkelingen gaat het vooral over de ontwikkelingen voor de industrie en de mogelijke veranderingen in het dagelijks leven voor mensen die zorg nodig hebben, bijvoorbeeld het leveren van zorg door een (zorg)robot voor mensen met dementie. De kansen die technologie biedt voor de arbeidsparticipatie van mensen met een beperking komen slechts zijdelings aan bod.  Door ook financiers en overheden bewust te maken van deze gebruikswaarde van technologie, kan er samen met uitkeringsinstellingen een nieuwe business case voor inclusie tot stand worden gebracht. De coalitie maakt zich sterk om die business case te maken. Dat doen we onder andere door in gesprek te gaan met financiers om de mogelijkheden te verkennen.

Als derde is het essentieel om goede voorbeelden van de inclusieve toepassing van technologie in beeld te brengen en uit te dragen. Die voorbeelden zijn er al. Zo test Amfors een slimme beamer die helpt bij de montage van led-straatlantaarns. De beamer projecteert aanwijzingen op de werkplek en legt elke stap uit. Het juiste onderdeel en de plaats daarvan worden aangewezen. De beamer herkent gebaren en wijst op fouten. Deze techniek maakt het voor iemand met een beperking veel makkelijker om zelfstandig te werken. Ergon start binnenkort met een pilot met twee exoskeletten op de locatie van DAF-Paccar in Eindhoven, gericht op het inpakken van service-onderdelen. Door de toepassing van deze technologie is de verwachting dat een juiste belasting van de rug en benen wordt bevorderd, waardoor structurele rugklachten worden voorkomen en mogelijk ook personen met lichte rugbeperkingen deze werkzaamheden toch kunnen uitoefenen. Andere pilots zijn in de maak en worden geïnitieerd en gevolgd door de kennisalliantie voor technologie en inclusie, bestaande uit SBCM, Cedris en TNO. Het betreft hier pilots die binnen de context van sociaal ondernemen uitgevoerd worden. De kennis die deze pilots oplevert neemt de coalitie mee.

Bron

Fred Paling, Ton Wilthagen, Erik Groot en Josje Verbeeten, namens de landelijke Coalitie Technologie en Inclusie.

Download

Download het opiniestuk in PDF via onderstaande button.